Tante Janna
Kom we
gaan
De herfst
brengen
bij tante Janna
Als klein meisje
met mijn
moeder
zochten we
verkleurde
eikentakken
in het bos.
De gong
in de gang.
twee hoog.
Het blijde
ontroerde gezicht
van tante Janna.
bij zoveel
kleurenpracht
en
herfstgeur.
Een bos herfst takken
in een klein
kamertje.
Je moest hard
praten
Ze was dovig
maar..
Het was tante Janna.
Mijn moeder
maakte
drinken klaar
Dat ging lastig
in een rolstoel.
Ik speelde
met een gebreid
kuiken
en twee
gebreide ballen.
Tante Janna
kon niet veel
Haar leven
was niet
over rozen gegaan.
maar...
Ze was tante Janna
Ze gaf aandacht
oprechte aandacht
en tijd.
Soms was ze blij
soms verdrietig.
Om haar heen
voelde het
liefdevol.
Haar zijn was
genoeg.
Ze was tante Janna.
Ik gun iedereen
Een tante Janna
Maar misschien
gun ik
mezelf en iedereen
Een tante Janna
te zijn.
plaatje: prentenboek oma's huis
